Reglement voor de Tuchtrechtspraak
Preambule
De Nederlandse Vereniging van Beëdigde Informaticadeskundigen NVBI (hierna: NVBI) heeft op grond van haar statuten Tuchtrechtspraak. Het doel van Tuchtrechtspraak is het weren en beteugelen van misslagen van haar leden in de uitoefening van hun beroep door het maken van inbreuken op de gedragscode van de NVBI.
- De Raad voor de tuchtrechtspraak
- De Raad voor de tuchtrechtspraak (hierna: “de Raad”) bestaat uit drie leden: een voorzitter en twee gewone leden.
- De voorzitter is lid of voormalig lid van de rechterlijke macht of advocaat en lid van de Vereniging Informaticarecht Advocaten (’VIRA’) Hij is geen lid van de NVBI.
- De leden van de Raad kennen het werkveld van de NVBI-leden maar ten minste één van hen is geen actief lid van de NVBI. Maximaal één lid van de raad kan actief lid zijn van de NVBI.
- Dit lid mag niet deel uitmaken van het bestuur van de NVBI.
- De leden worden in hun functie benoemd door het bestuur. De leden dienen hun benoeming te aanvaarden.
- Het lidmaatschap van de Raad eindigt door opzegging of overlijden van het lid, dan wel door een daartoe strekkend besluit van de Algemene Ledenvergadering van de NVBI.
- Het bestuur voorziet in een secretaris voor de Raad. De secretaris kan een lid zijn van de NVBI.
- De secretaris van de Raad is belast met praktische uitvoering rondom de afwikkeling van de klacht zoals het voeren van communicatie, het maken van afspraken en feitenverslagen van de zitting.
- De leden van de Raad en de secretaris worden voor hun werkzaamheden gehonoreerd conform het Besluit vergoeding leden Raad voor de Tuchtrechtspraak.
- De klacht
- Eenieder die daarbij een redelijk en direct belang heeft, kan een klacht indienen tegen een lid van de NVBI.
- Een klacht dient schriftelijk in vijfvoud, of digitaal in enkelvoud, in de Nederlandse taal, te worden gezonden aan het bestuur van de NVBI, binnen een termijn van twaalf maanden nadat klager bekend is geworden met het voorval dat de aanleiding is voor de klacht.
- Een Klacht bevat tenminste:
- de bedrijfsnaam, de naam en voorletters en de adresgegevens van de klager
- de naam van het betreffende NVBI lid (hierna: “verweerder”) wie de klacht betreft
- een concrete verwijzing naar het onderdeel, respectievelijk de onderdelen van de gedragscode, die de klager ten grondslag legt aan zijn klacht
- een concrete omschrijving van het voorval dat de aanleiding is voor de klacht
- bewijsmiddelen die de klacht ondersteunen
- de akkoordverklaring met dit Reglement in het algemeen en met bepaling 6.5 in het bijzonder.
- de dagtekening
- Een klager kan verzoeken om overschrijding van de termijn voor indiening van een klacht verschoonbaar te achten vanwege zwaarwegende redenen, die als zodanig in de klacht dienen te worden vermeld.
- Indien een klager zich laat vertegenwoordigen, bevat de klacht tevens de naam en adresgegevens van die vertegenwoordiger alsmede een verklaring van klager waarin hij de vertegenwoordiger machtigt tot vertegenwoordiging.
- Het bestuur bevestigt de ontvangst van een klacht binnen acht kalenderdagen aan klager of diens vertegenwoordiger.
- Het bestuur stelt verweerder zo spoedig mogelijk in kennis van de ingediende klacht, onder toezending van de betreffende stukken.
- Na toezending van de klacht heeft verweerder zes weken de tijd om een verweerschrift in te dienen.
- Het verweerschrift dient schriftelijk in vijfvoud, of digitaal in enkelvoud, te worden gezonden aan het bestuur van de NVBI.
- Verweerder kan verzoeken om verlenging van de termijn voor indiening van het verweerschrift vanwege zwaarwegende redenen, die binnen de termijn van zes weken na ontvangst van de klacht schriftelijk aan het bestuur van de NVBI kenbaar dienen te zijn gemaakt. Het bestuur stelt hiervan tevens klager op de hoogte.
- Het bestuur zendt een exemplaar van het verweerschrift aan klager.
- Na ontvangst van het verweerschrift wordt het dossier zo spoedig mogelijk doorgezonden aan de secretaris en de voorzitter van de Raad voor de Tuchtrechtspraak.
- Wanneer het bestuur van de NBVI dat, gelet op de gewisselde stukken, opportuun acht, kan het bestuur klager en verweerder echter eerst uitnodigen om een gesprek te voeren over de klacht met de voorzitter van de NVBI, alvorens de klacht wordt doorgezonden aan de secretaris en de voorzitter van de Raad voor de Tuchtrechtspraak. Indien partijen aan die uitnodiging gehoor geven, stuurt het bestuur de klacht niet eerder door, dan nadat bedoeld gesprek gevoerd is, dan wel wanneer een van de partijen daarom verzoekt.
- Algemene verplichtingen
- Klager en verweerder zijn jegens elkaar verplicht om onredelijke vertraging van een klachtprocedure te voorkomen en om feiten naar waarheid en volledig aan te voeren.
- Aan schending van een of meer uit het voorgaande lid voortvloeiende verplichtingen kan de Raad de gevolgen verbinden die hij geraden acht.
- De procedure voor de Raad voor de Tuchtrechtspraak
- De kosten van tuchtrechtspraak zijn vastgesteld op € 3.000,00 exclusief BTW. De kosten dienen door klager te worden gestort op een door de penningmeester van de NVBI in een op naam gestelde factuur aan te wijzen bankrekening. Wanneer klager, ook na daartoe schriftelijk te zijn aangemaand, niet binnen dertig dagen voldoet aan zijn verplichting de kosten te voldoen, zal de Raad ervan uitgaan dat klager zijn klacht heeft ingetrokken.
- De procedure vangt, nadat betaling heeft plaatsgevonden, aan door de ontvangst van de stukken door de voorzitter van de Raad.
- De secretaris van de Raad bevestigt de ontvangt van de stukken aan klager en aan verweerder.
- De secretaris van de Raad, draagt er zorg voor, dat de leden van de Raad een exemplaar van de klacht ontvangen.
- De secretaris van de Raad roept, na overleg over datum, tijd en locatie, partijen op om op een hoorzitting te verschijnen. Wanneer een partij zich onttrekt aan het overleg over het bepalen van een datum, kan de voorzitter van de Raad, zonder overleg, de datum bepalen voor de hoorzitting.
- Totdat partijen zijn opgeroepen om op een hoorzitting te verschijnen kan de Raad de behandeling staken en onmiddellijk een uitspraak doen, wanneer de Raad van mening is dat hij onbevoegd is, dan wel de klacht kennelijk niet ontvankelijk is, dan wel kennelijk ongegrond is.
- Nadere informatie over de stand van de procedure en de datum van de hoorzitting kan worden ingewonnen bij de Secretaris van de Raad.
- De hoorzitting van de Raad is besloten.
- De Raad beraadslaagt en beslist in de raadkamer. Hij beoordeelt de klacht op basis van alle beschikbare stukken, alsmede op basis van de tijdens de hoorzitting ter kennis gekomen feiten, mits partijen de gelegenheid hebben gekregen te reageren op de door de wederpartij aangedragen feiten. Wanneer een partij, ondanks dat zij daartoe deugdelijk is opgeroepen, niet verschijnt bij de mondelinge behandeling, kan de Raad daaraan de gevolgen verbinden die hij geraden acht.
- De Raad oordeelt of de door klager gestelde overtreding van de gedragscode heeft plaatsgevonden en, indien dat het geval is, of deze overtreding verweerder kan worden aangerekend. De Raad beslist bij meerderheid van stemmen.
- De Raad legt zijn beslissing vast in een schriftelijke Uitspraak, niet later dan zes weken na sluiten van het onderzoek, tenzij bijzondere omstandigheden nopen tot uitstel. De Uitspraak wordt door de voorzitter en ten minste één ander lid van de Raad ondertekend.
- De uitspraak bevat:
- de naam en adresgegevens van partijen en, indien van toepassing, hun vertegenwoordigers
- de omschrijving van de relevante feiten en omstandigheden
- de gronden van de beslissing
- de beslissing
- de opgelegde maatregel in geval van gegrondverklaring van de klacht
- de toewijzing van de kosten van de Procedure
- de namen van de Raadsleden die de zaak hebben behandeld
- de datum waarop de beslissing is uitgesproken
- de vermelding dat de beslissing in het openbaar is uitgesproken
- De beslissing kan de onbevoegdheid, de niet ontvankelijkheid of de kennelijke ongegrondheid van de klacht inhouden.
- De door de Raad op te leggen maatregelen kunnen zijn:
- Gegrondverklaring van de klacht zonder sanctie
- Gegrondverklaring van de klacht met een waarschuwing
- Gegrondverklaring van de klacht met een berisping
- Gegrondverklaring van de klacht met een schorsing voor de tijd van maximaal een jaar
- Gegrondverklaring van de klacht met ontzetting uit het lidmaatschap voor de duur van vijf jaar, na welke periode de toelatingsprocedure opnieuw gevolgd dient te worden, indien verweerder opnieuw NVBI-lid wenst te worden.
- Het bestuur zal de opgelegde maatregelen, voor zover noodzakelijk, dwingend ten uitvoer brengen.
- De Uitspraak kan, adequaat geanonimiseerd, door het Bestuur worden gepubliceerd op de website van de NVBI.
- Tegen de Uitspraak staat geen hoger beroep open.
- Wraking en Verschoningsrecht
- De leden van de Raad kunnen zich verschonen en partijen kunnen leden van de Raad wraken, indien er ten aanzien van leden van de Raad feiten en/of omstandigheden bestaan, waardoor hun onpartijdigheid kan worden betwijfeld.
- Een verzoek tot verschoning of wraking is schriftelijk en gemotiveerd.
- Het verzoek om wraking of verschoning wordt zo spoedig mogelijk behandeld door de andere leden van de Raad, waarbij in het geval van het staken der stemmen het bestuur van de NVBI uitspraak doet.
- De verzoeker en het lid van de Raad wiens wraking is verzocht, worden in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. De Raad kan ambtshalve of op verzoek van een verzoeker of het lid wiens wraking is verzocht, bepalen dat zij niet in elkaars aanwezigheid zullen worden gehoord.
- De beslissing van de Raad is gemotiveerd en wordt onverwijld aan de verzoeker, de andere partij en in geval van wraking aan het lid wiens wraking is verzocht medegedeeld.
- Bij wraking kan de Raad in geval van kennelijk misbruik bepalen dat een volgend verzoek niet in behandeling wordt genomen. Hiervan wordt in de beslissing melding gemaakt.
- Tegen deze beslissing van de Raad inzake wraking of verschoning is geen beroep mogelijk.
- Slotbepalingen
- Iedere partij draagt in beginsel zijn eigen kosten voor het indienen van de klacht of het voeren van verweer, de bewijsvoering, al dan niet met getuigen of deskundigen.
- Eenieder die betrokken is bij de uitvoering van de taken van de Raad, is verplicht tot geheimhouding van alle tot zijn kennis komende stukken. Deze verplichting blijft ook na beëindiging van een Procedure bestaan.
- Het secretariaat van de NVBI bewaart Uitspraken van de Raad en alle documenten die daarop betrekking hebben gedurende een periode van drie jaren.
- Indien zich ter zake van de tuchtrechtprocedure feiten of omstandigheden voordoen waarin dit reglement niet voorziet, is de Raad bevoegd zodanige beslissingen te nemen als zij in goede justitie meent te moeten nemen. De Raad zal daarvan in voorkomende gevallen schriftelijk bericht zenden aan het bestuur van de NVBI. Wanneer zulks zich voordoet zal dat in de Uitspraak zijn toegelicht.
- De NVBI, de leden van het bestuur en de verschillende commissies en raden in persoon en de door de NVBI ingeschakelde medewerkers en hulppersonen kunnen niet aansprakelijk gesteld worden, uit welke hoofde dan ook, voor enig handelen of nalaten met betrekking tot de procedure waarop dit reglement van toepassing is.
Dit reglement is op 29 mei 2025 vastgesteld door de algemene ledenvergadering van de NVBI en kan worden aangehaald onder de naam Reglement voor de Tuchtrechtspraak van de NVBI.